Ik weet het niet, op de één of andere manier kan ik mezelf er nog niet toe zetten wat te doen in de tuin. Nou vind ik het weer tot nog toe ook niet erg enthousiasme-bevorderend. Ik weet zeker dat dat een rol speelt. Ik heb twee weken geleden (toen het zonnetje dus zo lekker scheen) een stuk van het nieuwe aardappelveld ontgonnen. Maar bwuh, dat was me weer een potje puinieren van heb ik jou daar: bij elke spadesteek klapte ik op een nieuw stuk puin. Dat is bijzonder slecht voor je polsen kan ik je zeggen. En nog slechter voor m’n humeur.
Verder is die grond hier nog retekoud. Ik moet het eens afleren te kijken naar die enthousiaste moestuinpeeps in steden en het immer zonnige zuiden. Die lopen al gauw 3 weken voor op mijn planning hier in Nova Zembla. <- Reminder to self. Dus ik hou m’n gemak. Dat spinazie zaaien kan in april ook nog, weet je.
Ik bereid me echter wel voor hè, geestelijk maar ook op het landgoed. Ik heb namelijk al wel een stukje opgeschoond. De veldkers verwijderd (ja ik weet dat je dat kunt eten en dat het lekker is en reuzegezond, maar ik heb er geen trek in, oké?), immer enthousiaste en zich niet door wat voor Siberische temperaturen dan ook uit het veld laten slaande onkruiden de nek omgedraaid (paardenbloem, brandnetel, ridderzuring en kweekgras (aka the enemy). Oh ja, nog een zooitje biologisch verantwoorde schapenpoep erop en een tunneltje erover. Et voilà: hier kunnen straks de eerste groenten zoals radijs, spinazie, rucola, pluksla en wat guitige koolblaadjes zoals mosterd, mizuna en mibuna groeien om de eerste moestuinhonger te stillen.